Met betrekking tot het onderwerp burgerschap willen we benadrukken dat burgerschap verweven zit in ons dagelijks handelen. Onderwerpen die in de actualiteit leven, worden op het niveau van de kinderen besproken. Daarbij laten we ruimte voor diverse denkbeelden en standpunten en leren we vooral goed te luisteren naar elkaar zodat we elkaar blijven 'verstaan'.
Doelen op het terrein van burgerschap:
Onderbouw: De kinderen leren dat er (leef)regels en afspraken zijn en kunnen die benoemen en vergelijken. Ze leren tevens keuzes maken en rekening houden met de keuzes van anderen.
Bovenbouw: De kinderen leren over de basiswaarden vrijheid, gelijkheid en solidariteit (van de democratische rechtsstaat) en weten van grondrechten, mensenrechten en kinderrechten.
Onderbouw: De kinderen leren dat er regels en afspraken gelden en wat het gevolg kan zijn als je de regels of afspraken schendt. Ze ervaren daarnaast welke mogelijkheden en grenzen er zijn om daarover mee te praten.
Bovenbouw: De kinderen leren over verschillende visies op vrijheid, gelijkheid en solidariteit. De leerlingenraad vertegenwoordigt de kinderen en heeft daarmee invloed en inspraak op schoolniveau.
Onderbouw: De kinderen leren om te gaan met hun wensen en hun opvattingen en leren zich hierover uit te spreken. Daarnaast herkennen zij de wensen, gevoelens en opvattingen van anderen.
Bovenbouw: De leerlingen leren dat meepraten over zaken die hen aangaan een (kinder)recht is. Ze leren hun mening te verwoorden en daar eenvoudige argumenten voor te geven.
Onderbouw: De kinderen leren hun eigen grenzen te herkennen, benoemen en bewaken, zowel emotioneel als fysiek. Ze leren woorden te geven aan wat ze denken, doen, willen en kunnen en leren dat hun taal deel uitmaakt van wie zij zijn.
Bovenbouw: De kinderen leren hun eigen grenzen te herkennen, benoemen en bewaken, zowel emotioneel, fysiek als seksueel. Ze kunnen duiden wat ze denken, doen willen en willen worden en kunnen daar gepast naar handelen.
Onderbouw: De kinderen leren de primaire emoties met bijbehorende lichaamstaal van een ander te herkennen en benoemen. Ze herkennen de grenzen (emotioneel en fysiek) van de ander te herkennen en daar rekening mee te houden.
Bovenbouw: De kinderen leren hoofdzaken over religieuze en levensbeschouwelijke stromingen en culturele tradities en gebruiken die in onze diverse samenleving een rol spelen. De kinderen leren over seksualiteit, verschillende seksuele oriƫntaties en expressies van gender.
Onderbouw: De kinderen leren taken uit te voeren en problemen op te lossen met respect voor afspraken die onderling zijn gemaakt. De kinderen kunnen benoemen wat ze zelf nodig hebben, te zien wat anderen nodig hebben en wat dat betekent voor hun eigen handelen.
Bovenbouw: De kinderen leren doelen te stellen en werkwijzen te bepalen voor werk dat je alleen of samen doet.
De kinderen leren manieren om voor hun eigen belangen en die van de groep uit te komen.
Onderbouw: De kinderen leren verschillende vormen van (media) boodschappen te (her)kennen. Ze krijgen zicht op hun eigen mediagebruik (duur, frequentie, type).
Bovenbouw: De leerlingen leren dat bij digitaal communiceren ook omgangsregels gelden en ze kunnen deze toepassen. Ze onderzoeken hun eigen mediagebruik en worden zich bewust van gevolgen en de ethische aspecten hiervan.
Onderbouw: De leerlingen leren duurzame keuzes en gedrag te herkennen aan de hand van voorbeelden uit de eigen omgeving.
Bovenbouw: De leerlingen leren de betekenis van de begrippen People, Planet, Prosperity (PPP) aan de hand van voorbeelden te herkennen en te beschrijven.
Onderbouw: De leerlingen leren over manieren waarop zij en klasgenoten verbonden zijn met mensen uit andere delen van de wereld. Zij herkennen gewoonten en gebruiken van henzelf en klasgenoten als komend uit verschillende streken/tradities.
Bovenbouw: De leerlingen leren over het Nederlands lidmaatschap van verschillende internationale organisaties. Ze leren over verschillende manieren waarop ze verbonden zijn met mensen uit andere delen van de wereld: productie, consumptie, ecologie, cultuur, media en migratie.
Onderbouw: De leerlingen leren verschillende toepassingen van technologie in het dagelijks leven te herkennen.
Bovenbouw: De leerlingen leren verschillende toepassingen van technologie in het dagelijks leven te onderzoeken en ze leren over de invloed van technologische ontwikkelingen op hun dagelijks leven, het eigen gedrag en de mogelijkheid tot vrije keuzes.
Onderbouw: De leerlingen leren zich onder begeleiding te houden aan regels van gesprek en uitwisseling; waaronder actief luisteren en vragen stellen. Ze leren verschillende manieren om in kleine groepjes of met de klas te overleggen, hoe je eenvoudige conflicten kunt voorkomen en een aantal mogelijkheden om ontstane conflicten op te lossen.
Bovenbouw: De leerlingen leren zich in een aantal verschillende communicatieve situaties zoals kringgesprek, vergadering en dialoog te houden aan de regels van gespreksvoering, gericht vragen stellen, hun mening te verwoorden en te reageren op standpunten en inzichten van anderen.